De mens is van nature geneigd bij succes de oorzaak bij zichzelf te leggen, terwijl bij falen verantwoordelijkheid wordt gebagatelliseerd. Het lag niet aan mij, ik kreeg te weinig tijd, ik had pech, mijn collega leverde slecht werk aan. En zelfs wanneer wordt toegegeven dat er een fout is gemaakt, wordt de verantwoordelijkheid vaak via een omweg (heel charmant) bij een ander gelegd. Dit is een begrijpelijke en menselijke neiging, maar het verhindert dat er wordt geleerd van fouten.
In een experiment lieten we mensen werken aan een moeilijke taak, waarbij we weinig aanwijzingen gaven. Alle deelnemers maakten dan ook veel fouten. Na de eerste taak werd de helft van de deelnemers gevraagd zich vooral te richten op oorzaken van deze fouten die buiten henzelf lagen (zoals bijvoorbeeld onduidelijke instructies). Eén groep werd geïnstrueerd na te denken over oorzaken binnen henzelf die onveranderlijk zijn (bijvoorbeeld lage intelligentie). Een laatste groep ten slotte moedigden we aan zich te richten op oorzaken binnen henzelf lagen, maar wel te veranderen waren (bijvoorbeeld geconcentreerder werken). Deze laatste groep had meer het idee dat ze controle had over hun fouten. Dat vertaalde zich vervolgens, bij het tweede deel van de taak, in een verbetering van strategieën en uiteindelijke prestatie.
Het kan dus wel, verantwoordelijkheid nemen voor je fouten, en er het beste uit halen. Ten minste, als je daartoe aangemoedigd wordt. Het goede nieuws is dat sommige organisaties een dusdanig gunstige foutencultuur hebben dat de natuurlijke neiging verantwoordelijkheid voor falen af te schuiven verdwijnt. Over foutencultuur een volgende keer meer.