Jazeker, ik schrijf positief over fouten. Er is, op zich, ook weinig mis met fouten. Iedereen maakt ze. Experts evengoed als beginnelingen. Terug naar de basis: fouten en gevolgen zijn verschillende zaken. Daarnaast, en zeker niet minder belangrijk, het gaat over, zoals de Engelsen dat zo mooi zeggen, honest mistakes. Dus niet over te hard, of door rood rijden. Niet –omdat je er mee weg denkt te komen— te weinig geld in de parkeermeter. Niet over, ach, voor dat kleine stukje, met een borreltje op achter het stuur. Niet, omdat het comfortabeler is, zonder gordel rijden.
Een honest mistake, dat is als je met een andere dan je eigen auto rijdt en uit gewoonte benzine tankt–bij een dieselmotor een slecht plan. Of je na het bijvullen van de olie vergeet de dop terug op het motorblok te draaien—een onderdeel van het plan vergeten uit te voeren. Een knipperend lampje op het dashboard over het hoofd zien—een fout bij de feedbackverwerking.
Het komt er in de kern op neer dat bij fouten, eerlijke fouten, de intenties goed zijn, maar het onderweg toch ergens spaak loopt. Afwijken van regels –het stoplicht, de gordel—valt daar niet onder. Dat zijn overtredingen, geen fouten.
Eerlijke fouten. Eigenlijk is de toevoeging overbodig—in wetenschappelijke definities van fouten wordt ie dan ook weggelaten. Een fout is –inderdaad, per definitie—“eerlijk”: Gebeurtenissen waarin bij de planning, uitvoer of feedbackverwerking van een actie onbedoeld iets mis gaat. Onbedoeld is het kernwoord.